Dégage evalueert autodeelplan: je auto delen moet standaard worden voor een autoluw Gent

Dégage nam het Gents autodelenplan 2025 onder de loep. Centrale vraag: op welke manier zal dit plan bijdragen tot meer buurt en minder auto’s? Het is positief dat de Stad Gent zijn ambitie hernieuwt om autodelen uit te breiden. De Stad wil dit inzetten als middel om vervoersarmoede te bestrijden. Via autodeelstraten wil ze de positieve effecten van minder auto’s zichtbaar maken in de buurt. Dégage werkt hier graag aan mee en is blij dat de Stad deelorganisaties hierin wil ondersteunen. Het plan stelt echter teleur in haar aanpak van elektrische mobiliteit. Ze dreigt het doel om het aantal auto’s af te bouwen ondergeschikt te maken aan de promotie van e-mobility bedrijven. Dégage wil dat de Stad de Gentenaar sterker stimuleert om haar/zijn auto te delen. Je auto delen moet de standaard worden, willen we betaalbare groene mobiliteit voor iedereen in een autoluwe stad.

Evaluatie

1. Doelstelling van het autodelenplan

Het autodelenplan streeft naar 25.000 autodelers tegen 2025 en een aanzienlijke uitbreiding van het aantal deelwagens.

Dégage waardeert sterk de inspanningen van de voorbije jaren door de Stad Gent om het aantal autodelers uit te breiden. Dit was niet enkel te danken aan het directe autodelenbeleid. Ook indirecte maatregelen zoals het circulatieplan en de LEZ hebben hiertoe bijgedragen. We zijn blij dat de Stad haar inspanningen voor gedeelde mobiliteit zal verderzetten.

Maar nieuwe uitdagingen vragen nieuwe inspanningen. De klimaatproblematiek is acuter dan ooit. Tegen 2030 moet onze CO2-uitstoot zijn gehalveerd. Daar hebben we minder dan 10 jaar de tijd voor! Studies tonen dat je dit niet realiseert met elektrische auto’s alleen. Het aantal autokilometers én het aantal auto’s moeten drastisch naar omlaag. Alleen dan maak je de klimaatdoelstellingen betaalbaar én verhoog je tegelijk de levenskwaliteit.

Autodelen is geen doel op zich. Autodelen moet het aantal auto’s in de stad verminderen en zo plaats maken voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer, recreatie, groen … Tegelijk moet het mobiliteit betaalbaar en toegankelijk maken voor iedereen. Niet elke vorm van autodelen draagt hier even sterk toe bij.

Een doelstelling enkel uitgedrukt in aantal autodelers is niet concreet genoeg. In dat cijfer zitten dubbeltellingen, want vaak zijn autodelers lid van meer dan één deelorganisatie. Ze drukt ook onvoldoende uit waar we willen geraken op vlak van autovermindering en ruimtecreatie in de stad.

2. Parkeerplaatsen

De Stad Gent behoudt de gratis parkeervergunning voor autodelers. Het aantal autodeelstaanplaatsen wil ze verdubbelen tot 1 000. Ze wil die toewijzen in samenspraak met de erkende autodeelorganisaties. Ze voorziet subsidies van 75 000 euro voor het plaatsen van auto’s in buurten met te weinig deelwagens. Ze wil autodeelplaatsen duidelijker markeren.

We zijn blij dat de stad het regime van de parkeervergunningen voor autodelen behoudt en dat er 500 extra deelplaatsen komen exclusief voor deelwagens. Dat parkeerplaatsen extra zichtbaar gemaakt worden is een sterk pluspunt voor de promotie van autodelen. Hopelijk vermijdt dit ook dat niet gedeelde wagens zich op die plaatsen parkeren. Autodeelparkeerplaatsen verhogen tegelijkertijd het comfort voor gebruikers, wat autodelen aantrekkelijker maakt.

Dégage heeft nu reeds deelauto’s in dunner bevolkte wijken, zoals Oostakker, Drongen, Sint-Denijs-Westrem en Zwijnaarde. Wij zijn blij dat de stad extra ondersteuning wil geven om autodelen van de grond te krijgen in deze wijken. Wij hopen dat de stad daarvoor niet enkel samenwerkt met autodeelaanbieders met een eigen vloot, maar ook met burgerorganisaties zoals Dégage. Ondersteuning van particulier delen is voor de stad immers een zeer goedkope manier om een hoge dekkingsgraad te bereiken.

Om autodelen van de grond te krijgen, zullen er echter ook maatregelen nodig zijn richting auto’s die niet gedeeld worden. Het is niet meer van deze tijd dat niet gedeelde auto’s voor privaat gebruik gratis openbare ruimte innemen. Als bewoners moeten betalen voor een parkeerkaart voor hun auto, zal dit een extra stimulans zijn om hun auto te delen of weg te doen. Deze maatregel is niet asociaal. Je auto delen levert je 1 000 tot 2 000 euro per jaar op aan uitgespaarde kosten.

Bakfietsen en andere types cargobikes vormen een goed alternatief voor korte autoritten. Zij dragen bij tot een vermindering van het aantal auto’s. Vaak is het moeilijk om die zo te parkeren dat ze voetgangers niet hinderen. Bovendien willen we ze vlot bereikbaar maken zodat ze gemakkelijk kunnen gedeeld worden door buren in de wijk. Ook dit is een sociale maatregel. Ook als je geen plaats hebt of de centen om er zelf één te kopen, kan je een speciale fiets gebruiken.

3. Elektrische deelwagens

De Stad Gent zal een visie uitwerken voor publieke laadinfrastructuur. Het zal ook mogelijk worden om binnen een bepaald kader zelf laadpalen te plaatsen. Deelorganisaties zullen gesteund worden om innovatieve oplossingen uit te werken voor laden. De stad zal zoeken naar oplossingen om laadpalen te delen onder deelorganisaties. De subsidie voor elektrische deelwagens blijft behouden. Vanaf 2025 zullen niet-elektrische voertuigen niet meer kunnen toetreden tot een erkende deelorganisatie.

Het is positief dat elektrische deelwagens subsidies kunnen blijven ontvangen, ook als het gaat om burgers die hun elektrische wagen delen.

Het gebrek aan vlot toegankelijke laadpalen in de stad is één van de belangrijkste knelpunten die een doorbraak van elektrisch rijden in de weg staan. Het is daarom positief dat de stad werkt aan de uitrol van publieke laadinfrastructuur. Dégage hoopt dat de stad hierbij vertrekt vanuit een duidelijke visie op waar we tegen 2030 willen staan. Dégage gaat ervan uit dat de helft van het wagenpark in 2030 elektrisch moet zijn én dat het wagenpark moet gehalveerd zijn tegen dan. Dat betekent dat er een visie moet komen op hoe de stad tussen nu en 2030 stroom gaat voorzien voor 25 000 elektrische auto’s. Voor Dégage is het belangrijk dat publieke laadinfrastructuur ook écht publiek is. Dit wil zeggen dat iedere elektrische auto (privaat of niet, gedeeld of niet) vlot moet kunnen laden. Zolang er onvoldoende laadpalen zijn, mogen laadplekken niet gebruikt worden om te parkeren langer dan nodig is om de auto te laden. We willen niet dat laadpunten in de openbare ruimte exclusief opgeëist worden door bepaalde organisaties voor laden van de eigen (deel)wagens. Het is goed dat er dan ook een regeling komt om laadpalen zoveel mogelijk te delen.

Dégage gaat graag in op het aanbod om innovatieve oplossingen uit te werken voor laden van wagens. We hopen dat dit een manier kan zijn om tot nog meer samenwerking te komen tussen burgers op buurtniveau. Energiedelen kan een mooie aanvulling worden op auto- en fietsdelen tussen buren.

Voor Dégage is het echter onaanvaardbaar dat burgers die hun niet-elektrische auto willen delen, vanaf 2025 niet meer kunnen toetreden tot een erkende deelorganisatie. Hiermee negeert het plan de context waarin particuliere deelorganisaties werken. Het voorziene beleid op Gents, Vlaams en federaal niveau is ontoereikend om tegen 2025 het wagenpark significant te elektrificeren. In 2020 waren minder dan 3 % van de nieuw gekochte auto’s elektrisch. Zelfs indien dit jaar na jaar toeneemt tot 100 % in 2030, zullen in 2025 maar 10 % van de auto’s die in Gent rondrijden elektrisch zijn. Organisaties die met een particuliere vloot werken, zullen vanaf 2025 dus voor de keuze staan: erkenning (en dus parkeervergunning) verliezen of stoppen met uitbreiden.

Onderstaande figuur geeft de evolutie weer van het aantal auto’s bij een scenario waarbij het aantal auto’s tegen 2030 is gehalveerd, tegen dan enkel nog elektrische auto’s worden gekocht en het aantal deelwagens tegen dan is toegenomen tot 1 op 5. Om die cijfers te halen zullen fossiele deelwagens een belangrijke rol blijven spelen. Het is immers gemakkelijker het aantal deelwagens te laten toenemen door ook bestaande auto’s te delen en niet enkel in te zetten op nieuwe auto’s.

 Evolutie van het aantal fossiele en elektrische auto’s in Gent bij een actief beleid gericht op een halvering van het aantal auto’s in de stad tegen 2030

Evolutie van het aantal fossiele en elektrische auto’s in Gent bij een actief beleid gericht op een halvering van het aantal auto’s in de stad tegen 2030

Zo creëert de stad een verlies/verliessituatie. Dégage was de voorbije jaren één van de sterkste trekkers van de groei van autodelen in Gent. Neem die motor weg, en de groei vertraagt. Minder gedeelde auto’s, betekent meer mensen die hun fossiele onderbenutte auto behouden. Sommigen zullen zelfs een nieuwe (fossiele) (tweedehands)wagen aanschaffen voor individueel gebruik. Dit is niet goed voor de vermindering van het aantal auto’s, noch voor de elektrificatie van het wagenpark. Je speelt daarmee enkel een aantal commerciële e-mobility aanbieders in de kaart die hun niche kunnen verbreden.

Cru gesteld, in 2025 zal een commerciële deelorganisatie die 20 elektrische SUV’s verhuurt tegen een luxetarief van 1 euro per km een erkenning krijgen en overal gratis kunnen parkeren. Maar een burger die tegen kostprijs zijn elektrische auto deelt bij een burgerorganisatie met een gemengde vloot zal dit niet meer kunnen binnen een erkend kader. Nochtans is Dégage vandaag met zijn kostendelend model één van de goedkoopste aanbieders van elektrische mobiliteit. Daarmee toont Dégage dat elektrisch rijden helemaal niet duurder is dan rijden op fossiele brandstof. Zo is ze een wegbereider naar een groener wagenpark.

Of omgekeerd, als Dégage er in 2025 voor kiest zijn erkenning te behouden, zal ze elke burger die zich vanaf dan aanbiedt met een fossiele wagen moeten weigeren. Zelfs al is het een zuinige kleine benzine-auto, een CNG of een hybride. Dit is onbegrijpelijk. De Stad Gent eist van de milieubewuste delende Gentenaar dat zij/hij zijn fossiele auto voortijdig vervangt door een elektrische. Terwijl de overgrote meerderheid van Gentenaars die hun auto niet delen, nog altijd diesel SUVs kunnen kopen, zelfs binnen een uitgebreide LEZ.

Het plan maakt hier een strategische fout. Ze maakt de doelstelling “minder auto’s in de stad” ondergeschikt aan het doel om commerciële e-mobility aanbieders aan te trekken voor de happy few.

4. Nieuwe doelgroepen

De Stad zal met de sociale dienst en OCMW nagaan hoe autodelen een oplossing kan bieden voor  personen in vervoersarmoede of met een verhoogde tegemoetkoming. Ze wil ook meer jongeren overtuigen om te gaan autodelen. Ze gaat na hoe autodelen meer ingeburgerd geraakt bij bedrijven en bij nieuwbouw of ingrijpende renovatie. Via autodeelstraten wil ze met buurtbewoners nagaan hoe ruimtewinst door autodelen zichtbaar kan gemaakt worden.

Dégage vindt het positief dat de stad autodelen toegankelijker wil maken voor mensen met een lager inkomen en bij jongeren. Het is één van de waarden van Dégage om autodelen zo laagdrempelig mogelijk te maken. Het kostendelend model zonder winstoogmerk dat Dégage hanteert, zorgt er ook voor dat autodelen qua prijs zeer voordelig is. Dégage laat ook nu al toe dat jongeren met bepaalde Dégage-auto’s leren rijden en hanteert geen leeftijdsgrens. Prijs is niet het enige criterium voor mensen om te gaan delen. Dégage werkt daarom graag mee met de stad om ook sociale en culturele drempels bij deze groepen te overwinnen.

De Stad schaft de 35 euro tegemoetkoming af voor Gentenaars die zich lid maken van een autodeelorganisatie, omdat slechts 1 op de 3 autodelers hiervan gebruikmaken. Dégage erkent dat die stimulans voor verbetering vatbaar is. Bijvoorbeeld, waarom geen 200 euro premie geven aan elke Gentenaar die zijn auto in een deelsysteem stopt? Gekoppeld aan de afschaffing van het gratis parkeren voor niet-gedeelde auto’s kan dit een grote groep Gentenaars het beslissende zetje geven hun auto te delen. Of waarom geen premie geven aan de deelorganisatie voor elke auto van een burger die wordt gedeeld? Op die manier kan je premies gerichter inzetten voor de doelgroep die in het autodelenplan vergeten wordt: de massa Gentse auto-eigenaars die hun auto voor minder dan 15.000 km per jaar gebruiken.

De autodeelstraten zijn een mooi initiatief om meer bewoners op een positieve manier te betrekken bij hun buurt en over de streep te trekken ook te gaan autodelen.

5. Overleg, evaluatie en data

De Stad Gent wil intensiever met de autodeelorganisaties in overleg gaan. Ze wil inspelen op evoluties en staat open voor bijsturing van het plan waar nodig.

Dégage waardeert de inspanningen van de Stad om meer in overleg te gaan. Autodelen is echter geen zaak van autodeelorganisaties alleen. Autodelen moet een hefboom worden voor meer ruimte en meer leven in de buurt. Daarom moeten in het overleg ook organisaties betrokken worden die werken aan een meer duurzame stad, zoals buurtverenigingen, armoede-organisaties, fietsersbond, enz. Op die manier kan het overleg meer zijn dan een soort bemiddelingsplatform tussen deelorganisaties met uiteenlopende belangen. Het overleg moet vanuit een gemeenschappelijke visie op een duurzame stad bouwen aan een betaalbare gedeelde mobiliteit voor iedereen.

De Stad Gent moet meer investeren in een onderbouwd beleid voor autodelen, wil dit een volwaardige pijler worden van het mobiliteitsbeleid. Door gebruik te maken van data van deelorganisaties over gebruik van de auto’s en gebruiksgedrag kan ze effecten van autodelen beter in kaart brengen. Zowel de deelorganisaties als de stadsdiensten kunnen dit gebruiken om het autodeelaanbod en de ondersteuning van autodelen te optimaliseren.