Opinie: waarom delen vaak beter is dan kopen

Opinie: waarom delen vaak beter is dan kopen

Black Friday is de consumentenhoogmis van kopen, kopen, kopen! Als er één product is waarvan we maar niet genoeg kunnen krijgen, dan is het de auto. Gelukkig duiken er de laatste jaren initiatieven op die tonen dat het ook zonder auto kan. Er is een groeiende interesse om dingen met elkaar te delen. Of waarom onze “deelkracht” even belangrijk wordt als onze koopkracht. #CircularMonday

Dégage stelt auto-eigenaars in staat hun auto te delen met mensen die er zelf geen hebben, maar er af en toe wel één willen gebruiken. Dit vrijwilligersinitiatief groeide uit tot een burgernetwerk van 3300 leden die 350 auto’s en speciale fietsen met elkaar delen in een 25-tal steden en gemeenten. Dagelijks breidt de groep zich uit.

Vanwaar die groei? Het begint te dagen dat er gewoon te veel auto’s zijn. Er rijden nu bijna 6 miljoen wagens rond in België. Elk jaar kwamen er 60.000 stuks bij. Dat is het equivalent van een kleine stad, ieder jaar opnieuw. Rijden is veel gezegd. De auto’s staan voor het grootste deel van de tijd geparkeerd. Onze steden zijn herleid tot openluchtparkeergarages. Meer mensen stellen vast dat ze die (eerste, tweede of derde) auto voor hun deur eigenlijk niet veel gebruiken. Ze willen die nog niet wegdoen, en zoeken dus een manier om die te delen met anderen. Daarnaast zijn er mensen die vooral fiets en openbaar vervoer gebruiken. Deze groep neemt toe, zeker op die plaatsen waar lokale overheden investeren in fietsvriendelijker en autoluwere straten. Maar ook die hebben af en toe nog een auto nodig en zijn dus op zoek naar een deelsysteem. Aan de andere kant zijn er deelinitiatieven, zoals Dégage, die zich georganiseerd hebben om mensen voertuigen te laten delen op een veilige en betrouwbare wijze. Er zijn duidelijke afspraken over schadegevallen en verzekeringen en over het delen van kosten. Er is een vlot online reservatiesysteem en app. De beschikbaarheid is hoog en betrouwbaar, zodat wie een auto zoekt, aan zijn trekken komt.

We leren hieruit dat burgers in staat zijn om dingen met elkaar te delen, ook als het gaat om complexe zaken zoals auto’s, als we het maar goed organiseren. Ze doen dit buiten een commerciële context, zonder dat er een winstlogica achter zit. Ze gaan ervan uit dat als we samen iets gebruiken, we beter de kosten delen. Daar worden we met zijn allen beter van. De eigenaar kan zijn autokosten delen met een grotere groep. De niet-eigenaars sparen geld en zorgen uit voor een eigen auto. De buurt heeft minder last van overbodige auto’s. De stad krijgt op termijn de ruimte én het draagvlak parkeerplaatsen in te ruilen voor meer plaats voor fiets, openbaar vervoer, groen en recreatie. Er ontstaan sterkere sociale netwerken in de buurt.

En ook mensen die tot hiertoe verstoken bleven van autogebruik om financiële redenen, krijgen toegang tot een betaalbare mobiliteit. Zeker in tijden van dalende koopkracht door economische recessie moeten we aandacht hebben voor onze deelkracht. Dit is de mate waarin mensen toegang hebben tot laagdrempelige deeldiensten in hun buurt. Je moet niet alles zelf kopen en bezitten om te kunnen gebruiken. Integendeel, door te delen krijg je een betaalbaarder en beter aanbod en een warmere samenleving.

Dit delen zal nodig zijn om de uitdagingen voor de toekomst aan te kunnen. Want of het nu gaat om lage-emissie-auto’s of lage-energiewoningen of zorg, onze samenleving staat de komende jaren voor enorme kosten, die we maar beter aanpakken als samenwerkende burgers in plaats van als individuele consumenten.

Maar is al dit delen en consuminderen geen bedreiging voor onze jobs en onze economie? Neen, integendeel. Een economie die zijn geld en mensen inzet om dingen te produceren en te kopen die eigenlijk niet nodig zijn als we het wat slimmer aanpakken, draait op termijn vierkant. Er zijn genoeg andere dingen te doen die ons geld en onze aandacht vragen, zoals betaalbare en energievriendelijke woningen, een beter openbaar vervoer, een nieuwe energie-infrastructuur, onze steden aanpassen aan een warmer klimaat, beter onderwijs en zorg…

Kijk naar onze auto’s. Willen we tegen 2030 onze klimaatdoelstellingen halen, dan moet de CO2-uitstoot van ons wagenpark met de helft verminderen. We kunnen beslissen om de volgende 10 jaar met zijn allen 3 miljoen fossiele wagens te vervangen door elektrische. Dit gaat ons zo’n slordige 100 miljard kosten. En onze planeet een massa grondstoffen. Of we kunnen beslissen om maar de helft zoveel elektrische te kopen. En de andere fossiele auto’s af te bouwen door ons wagenpark veel efficiënter met elkaar te delen. Zo hebben we elk jaar 5 miljard euro over om te investeren in nuttiger zaken. Wie doet er mee?

John Wante