Rapport Autodelen 2020: waar situeert Dégage zich in het autodeellandschap?

Autodelen.net publiceerde zijn jaarrapport. Het schetst een beeld van hoe autodelen in Vlaanderen is geëvolueerd in de laatste 5 jaar. Interessant om te zien wat de plaats is van Dégage in het bredere landschap van autodeelorganisaties.

Dégage volgt de stijgende trend van autodelen in Vlaanderen

Autodelen zit duidelijk in de lift. Het totaal aantal autodelers verviervoudigde sinds begin 2017. Ook Dégage verviervoudigde zijn aantal deelwagens in diezelfde periode. Zelfs in het lastige coronajaar won autodelen aan populariteit (lees ook ons persbericht ‘100 keer de wereld rond met Dégage’).

Deelwagens zijn ook een stuk groener geworden. Het aantal elektrische deelwagens is sterk toegenomen, vooral bij de commerciële aanbieders. Zo is 1 op de 4 deelwagens nu elektrisch. Bij Dégage bedraagt het aantal elektrische deelwagens slechts 5 %. Dit is te verklaren door het achterliggende deelmodel. Commerciële aanbieders kopen nieuwe auto’s om te delen. En die zijn vaak elektrisch, vooral doordat een aantal deelorganisaties uitsluitend elektrische auto’s kopen. Dégage werkt met bestaande onderbenutte auto’s van particulieren. Daardoor volgt de samenstelling van de Dégagevloot de gemiddelde samenstelling van het Vlaamse voertuigenpark. Dit neemt niet weg dat ook Dégage een fikse vergroening van zijn vloot doormaakte de laatste 5 jaar (lees ook ons artikel ‘Dégage vergroent aan dezelfde voordelige prijs’). Het aantal auto’s met hoge milieuscore (zuinige benzine-auto’s, auto’s op gas, hybriden, elektrisch) steeg van 15 naar 30 %. Daarmee scoort Dégage beter dan de gemiddelde auto die in Vlaanderen rondrijdt.

Autodelen is geen eenheidsworst   

We zien ook grote verschillen tussen de deelmodellen. Het rapport maakt onderscheid tussen particuliere autodeelorganisaties (zoals Dégage), “roundtrip” autodelen (dit zijn aanbieders met een eigen vloot en vaste standplaats, zoals cambio) en “free floating” autodelen (dit zijn aanbieders met een eigen vloot maar zonder vaste standplaats). Wat blijkt? Een gemiddelde rit met een “free floating” deelwagen duurt minder dan een uur en gaat slechts 14 km ver. Een gemiddelde rit bij Dégage duurt meer dan 30 uur en bedraagt meer dan 100 km. Dit toont aan dat verschillende deelmodellen inspelen op een verschillend gebruiksgedrag. Overheden moeten hier rekening mee houden bij uitstippelen van een lokaal of regionaal beleid voor autodelen. Dit is ook belangrijk om weten voor onderzoekers die de milieu-impact van autodelen proberen inschatten. Je kan geen algemene uitspraken doen over de voor- en nadelen van autodelen. Daarvoor zijn de verschillen tussen de deelmodellen te groot.

Dégage is uniek

Het deelmodel dat Dégage hanteert is uniek in België en zelfs in Europa. Wat Dégage bijzonder maakt, is dat het onderbenutte auto’s en fietsen van burgers deelt tegen kostprijs en dat ze die deelt met alle gebruikers die lid zijn van Dégage. Ze gebruikt “voertuigdelen” als hefboom om burgers meer te laten samenwerken en te weinig gebruikte spullen te delen onder elkaar. Zo spaar je grondstoffen en ruimte uit, bespaar je kosten en investeer je in sterkere sociale netwerken.